Zaterdag 4 juni 2005 Deze dag staat in het teken van het spatten én de komende verjaardag van Jaap. |
|
Daarom heeft hij Jopie, die ervaren is met deze techniek, gevraagd het spatten te demonstreren en het een en ander te vertellen, o.a. over de te gebruiken verfsoorten, juiste kwasten en spatramen. Jopie kreeg een bijzonder interessant boekwerkje via Ed Elzenga over dit onderwerp en leest ons daaruit een zeer informatief hoofdstukje voor. Uiteraard over snede-versieren: "Het versieren der boeksneden", door H. Duyvewaardt. (1940) Jopie vertelt dat alle verf op waterbasis voor het spatten gebruikt kan worden. Aquarelverf geeft minder intensiteit van kleur dan bijv. plakkaatverf, dus kun je de keuze van de verf af laten hangen van het te bespatten doel. Ga je met meerdere kleuren werken,. dan kun je het beste beginnen met de lichtste kleur. Kwasten met harde korte haren werken het beste, bijv. harde tandenborstels of de in de handel verkrijgbare tamponeerborstels. T.a.v. de spatramen geldt: hoe fijner het gaas van het spatraam, hoe egaler het resultaat. Wil je dus echt een druppeleffect, dan kun je het beste een grover spatraam gebruiken. |
|
Anton is via het opkopen van een boekbinderij-inventaris in het bezit gekomen van ouderwetse spatramen: een rechthoekige en een ronde. We vragen ons echter af of het met deze ramen wel zal lukken, omdat de mazen enorm groot zijn. Maar het zijn wel authentieke spatramen, die in de catalogi uit vroegere jaren voorkomen. Dus gaan we aan de slag. Eerst met plakkaatverf, aangemaakt met water, daarna met plakkaatverf aangemaakt met dun stijfselwater en vervolgens met blockprint, ook aangelengd met dun stijfselwater. De grove authentieke spatramen blijken perfect te werken, als je maar juist spat! Dat wil zeggen: de in de verf gedoopte kwast eerst vrijwel droog deppen op papier en pas dan gaan spatten via het raam. |
|
Na al het experimenteren met de diverse verven en spatramen is de conclusie dat we met blockprint verder gaan werken op niet te fijnmazige ramen en dat we de verf aanlengen met dun stijfselwater, omdat daarmee een zeer snelle hechting op de snede verkregen wordt. |
|
Anton wil nu wel eens het spannende werk van het spatten op een snede van een boekblok uitproberen. Dus hangt hij een boekblok in een persbalkje, dat rust op de tafel en de pers-knecht. Vervolgens dept hij de in de verf gedoopte kwast droog op de krant en maakt hij een proef van het spatten op een strookje papier. | |
En dan op de boeksnede!! Eerst spat hij met de rode verf. Dit geeft een goed resultaat, zoals op onderstaande foto's te zien is. Daarna spat hij er nog eens met gele verf over heen. De gespikkelde snede is zeer snel droog en dan kan het resultaat bewonderd worden. | |
Na het spatfestijn gaan we verder met de "Goddijn-boeken" . Marjolein wil haar eerste boek in het leer gaan zetten, maar het is zo mooi en regelmatig genaaid, dat we haar vragen het zo te laten voor de expositie in Zutphen. Dus gaat ze dan maar verder aan het volgende boek. |
|
Ine is druk met haar 4e boek. Het maken van de sloten! |
|
Diverse problemen worden doorgesproken, zoals: Hoe moeten de leren sluitbanden voor boek 4 gedund worden? Het antwoord ligt voor de hand: zodanig dat de sluitband goed past tussen de sluithaak en het klinkplaatje. De vraag kwam op door de aanwijzingen van Goddijn dat de sluitband met het perkament tegen het klinkplaatje bevestigd wordt en met het leer tegen de sluithaak. Maar na het dunnen is er helemaal geen perkament meer over op de achterkant van de sluitlip! Hoe moeten de schutbladen voor boek 6 gemaakt worden? Er is enige verwarring over de formulering van Goddijn dat er twee dubbele schutbladkaternen gemaakt moeten worden. Uiteindelijk is iedereen het met elkaar eens dat er bedoeld wordt één schutbladkatern voor de voorkant en één voor de achterkant, ieder bestaand uit één dubbel schutblad en één dubbel sierblad. |
|
En zo is ook deze werkdag, waarop we veel geleerd hebben, weer voorbij gevlogen. Hoe komen we aan al de mooie foto's op de site? Het antwoord zie je hieronder!!! |